Wat is het verschil tussen steunkousen en compressiekousen?

Wat is het verschil tussen steunkousen en compressiekousen?

Je hoort weleens dat iemand steunkousen of compressiekousen draagt. Sommigen denken dat de twee synoniemen van elkaar zijn, ze doen namelijk hetzelfde: druk uitoefenen. Toch zit er wel degelijk een verschil tussen compressiekousen en steunkousen. Zowel steun- als compressiekousen oefenen druk uit op voeten, enkels en benen, maar wat is nu het verschil?

Eénvoudig gezegd: steunkousen zijn preventief van aard, compressiekousen zijn dat niet.

Doel van de kousen

Zowel steun- als compressiekousen oefenen druk uit op je been en geven steun. Ook zorgen ze er beiden voor dat de bloedsomloop wordt bevorderd. Maar welke van de twee heb je eventueel nodig?

Steunkousen

Hoewel niet iedereen ze altijd even mooi vindt, ondanks de modieuze uitvoeringen, kan wel iedereen steunkousen dragen. Niet iedereen zal het doen, maar steunkousen zijn preventief van aard en sommigen kunnen hier baat bij hebben. Ze kunnen helpen om vermoeide en pijnlijke benen te voorkomen (denk bijvoorbeeld aan mensen die voor hun beroep veel moeten staan), maar kunnen ook gedragen worden door zwangere vrouwen om zo de benen een beetje te ontzien. Het verschil met compressiekousen is dat de steunkousen overal op het been een zelfde druk uitoefenen. Deze wordt uitgedrukt in Denier. De eenheid beschrijft de fijnheid van een garen.

De maateenheid ‘denier’ dateert uit de tijd van de Franse zijde-industrie, waar denier als de eenheid van gewicht (1 den = 1 gram per 9000 meter) werd gebruikt. In een panty van 70 denier weegt bijvoorbeeld een draad van 9.000 meter 70 gram. Vandaag de dag geldt: hoe lager de denier, hoe fijner en transparanter het breisel is en hoe hoger de denier, des te ondoorzichtiger de kous is. Kousen met 70 den bezitten een lichte, kousen met 140 een medium en kousen met 280 een sterke ondersteunende werking.

Steunkousen zijn er  alleen ter preventie – ze zijn niet geschikt voor de behandeling van veneuze aandoeningen.

Compressiekousen

In tegenstelling tot steunkousen zijn compressiekousen niet preventief van aard, maar worden ze gedragen (of voorgeschreven door een specialist) om vaatproblemen te behandelen. Compressiekousen hebben een gecontroleerd drukverloop, die bij de enkel het sterkst is en van onder naar boven – richting het hart – afneemt. Dit drukverloop ondersteunt de veneuze terugvloed van het bloed evenals de lymfedrainage. Voor een medische effectiviteit moet het drukverloop van de compressiekousen aan bepaalde richtwaarden voldoen.  De compressiedruk, die van buitenaf op het been werkt, wordt  in mmHg gemeten.

Vier klassen voor de juiste druk

De compressieklasse (Ckl.) beschrijft de druk die een kous op het lichaamsdeel kan leveren. Daarbij worden compressiekousen in vier compressieklassen onderverdeeld, waarvan de compressiedruk precies vooraf bepaald is: van Ckl. I met lichte- tot en met compressieklasse IV met zeer sterke druk.

Compressieklasse I: lichte  compressie, 1!-2& mmHg

Compressieklasse II: matige compressie, 23 tot 32 mmHg

Compressieklasse III: krachtige compressie, 34 tot 46 mmHg

Compressieklasse IV: zeer krachtige compressie, 49mmHg en hoger

Welke compressieklasse is de juiste?

In principe geldt: hoe ernstiger de aandoening, hoe hoger de voorgeschreven compressieklasse zou moeten zijn. Compressieklassen en diagnoses kunnen echter niet strikt worden gecorreleerd. Hoe sterk de druk zou moeten zijn, is altijd afhankelijk van de indicatie én de persoonlijke situatie van de patiënt.